De ruimtelijke ordening gebeurt vanuit een gelijktijdige afweging van de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten. Via ruimtelijke uitvoeringsplannen de ruimte ordenen en zich uitspreken over welke activiteit op welke plaats thuishoort, is een overheidstaak en een zaak van algemeen belang. Het karakter van die afweging impliceert dat het opmaken van ruimtelijke uitvoeringsplannen niet door particulieren kan worden bekostigd maar met overheidsgeld moet worden betaald. Het tegenovergstelde zou doen veronderstellen dat de betrokken ordening niet het algemeen belang dient maar het particuliere, en dit zou het plan onwettig maken.
De Vlaamse regelgeving bepaalt dat de steden en gemeenten de kosten van de ruimtelijke uitvoeringsplannen die het gevolg zijn van een planologisch attest, zelf moeten dragen en dat ze die niet kunnen recupereren van de inititiafnemers, ook al hebben deze laatste daar rechtstreeks belang en voordeel bij.
Het belastingreglement op de aflevering van een planologisch attest is strijdig met de bepalingen van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, inzonderheid artikel 1.1.3., artikel 1.1.4. en de artikelen 4.4.24. tot en met 4.4.29.
de Grondwet, meer bepaald artikel 170 §4, artikel 41 en artikel 162;
het decreet Lokaal Bestuur, artikel 40 §3;
het decreet van 30 mei 2008 en latere wijzigingen;
de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), inzonderheid artikel 1.1.3., artikel 1.1.4. en de artikelen 4.4.24. tot en met 4.4.29.
De Gemeenteraad keurt eenparig het volgende besluit goed.
De gemeenteraad neemt kennis van de opmerkingen van het Agentschap Binnenlands Bestuur en beslist om het belastingreglement op de aflevering van een planologisch attest op te heffen.
Artikel 2
Deze beslissing wordt overgemaakt aan het Agentschap Binnenlands Bestuur.