de Grondwet, artikel 170, §4;
Artikel 464/1, 1°, van het Wetboek Inkomstenbelastingen 1992;
Artikel 2.1.4.0.2 en artikel 3.1.0.0.4 van het decreet van 13 december 2013 houdende de Vlaamse Codex Fiscaliteit;
het decreet Lokaal Bestuur, artikel 40 §3;
Artikel 41, derde en vierde lid decreet Lokaal Bestuur;
Artikel 3.1.0.0.6 Besluit Vlaamse Codex Fiscaliteit.
De financiële toestand van de gemeente en de noodzaak te voorzien in de nodige financiële middelen voor de werking van het bestuur, evenals voor de uitvoering van de nodige investeringen;
Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 worden ten bate van de gemeente jaarlijks 756 opcentiemen geheven op de onroerende voorheffing.
Marc Vermylen (N-VA) vraagt de stemming over volgend amendement : verlaging van de opcentiemen tegen 2023 naar 725.
De stemming over het voorgestelde amendement geeft de volgende uitslag : 3 stemmen voor (N-VA), 16 stemmen tegen; het voorstel wordt verworpen.
De Gemeenteraad keurt het volgende besluit goed met 16 ja-stemmen en 3 neen-stemmen (N-VA).
Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 worden ten bate van de gemeente jaarlijks 756 opcentiemen geheven op de onroerende voorheffing.
Artikel 2
De vestiging en de inning van de gemeentebelasting gebeuren door toedoen van de Vlaamse Belastingdienst.
Artikel 3
Deze beslissing wordt online bekendgemaakt op de gemeentelijke webtoepassing en zal toegezonden worden aan de Vlaamse Belastingdienst.