Terug
Gepubliceerd op 18/12/2019

2019_GR_00330 - Belastingen 2020 - 2025 - Belastingreglement op het sluikstorten - Goedkeuring

Gemeenteraad
ma 16/12/2019 - 20:05 Gemeenteraadszaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vincent Vanhumbeeck, Steven Swiggers, Jozef Verdeyen, Karin Jiroflée, Tom Van der Auwera, Nico Bogaerts, Ilse Fillet, Mark Feyaerts, Dieter Vanbesien, Luc De Bie, Annelotte Van Meldert, Brigitte Mouligneau, Jo Vandesande, Marc Vermylen, Nick Van Avondt, Pascal Vandenhoudt, Tim Timmermans, Veva Daniels, Orpha Delbeke, Luc Van Rillaer

Afwezig

Frank Vannetelbosch, Bert Francois, Bernard Lemaitre, Marian Ursi

Secretaris

Luc Van Rillaer

Voorzitter

Vincent Vanhumbeeck
2019_GR_00330 - Belastingen 2020 - 2025 - Belastingreglement op het sluikstorten - Goedkeuring 2019_GR_00330 - Belastingen 2020 - 2025 - Belastingreglement op het sluikstorten - Goedkeuring

Motivering

Argumentatie

Het is aangewezen een belasting op sluikstorten goed te keuren omwille van volgende argumenten: 

  • de belasting is een vergoeding voor het weghalen van afval dat achtergelaten is op plaatsen die daarvoor niet bestemd zijn;  

  •  het achterlaten van afval op niet-reglementaire wijze is een overtreding waartegen moet worden opgetreden; 

  •  het opruimen van achtergelaten afval kost handenvol geld en mankracht;  

  •  de gemeente Haacht doet veel inspanningen om het openbare domein netjes te houden; 

  • de financiële toestand van de gemeente en de noodzaak te voorzien in de nodige financiële middelen voor de werking van het gemeentebestuur, evenals voor de uitvoering van de nodige investeringen.  

Juridische grond

  • de Grondwet, meer bepaald artikel 170 §4, artikel 41 en artikel 162; 

  • het decreet Lokaal Bestuur, artikel 40 §3; 

  • het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17  februari 2012;  

  • artikel 16.6.3, §2 decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM); 

  • artikel 12, §1 decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (Materialendecreet); 

  • het besluit van de gemeenteraad van 22 december 2012, houdende vaststelling van het algemeen reglement inzake bezwarenprocedures bij de fiscale reglementen.

Aanleiding en context

Naast de dagdagelijkse inspanningen die de milieu- en de groendienst leveren voor het opruimen van zwerfvuil, gaat het gemeentebestuur nog een stap verder. Wanneer er een sluikstort ontdekt wordt, proberen we te achterhalen wie de vermoedelijke dader is. Deze persoon wordt een belasting aangerekend voor het verwijderen en verwerken van het afval. 

Besluit

De Gemeenteraad keurt eenparig het volgende besluit goed.

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

Er wordt met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 een belasting geheven op het weghalen en verwijderen van afvalstoffen gestort of achtergelaten op niet-reglementaire wijzen en/of plaatsen en/of tijdstippen. Naast een belasting, voorziet de gemeente een GAS-boete voor kleinere vormen van sluikstorten 

Artikel 2  

De belasting is verschuldigd door de persoon die afvalstoffen gestort heeft. Desgevallend zijn diegenen die daartoe opdracht of toelating gaven en/of de eigenaar van de afvalstoffen hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.  

Artikel 3  

De vergoeding voor het opruimen van het sluikstorten mag louter kostendekkend zijn. Bij het bepalen van het tarief wordt rekening gehouden met de aard en de hoeveelheid van de achtergelaten afvalstoffen, met het ingezette materieel en personeel en met de afstand die afgelegd wordt om het afval op te halen/of weg te brengen. De gemeente zal de afvalstoffen door eigen personeel laten opruimen of door derden. 

Artikel 4  

De belasting wordt vastgesteld op: 

a) in geval van opruiming door gemeentediensten: de totale verwerkingskost van het afval verhoogd met:  

€ 4  per km transport; 

€ 30 per uur per personeelslid; 

€ 25 per uur voor vervoer met een vrachtwagen;  

€ 45 per uur voor gebruik van een vrachtwagen met een kraanuitrusting of gebruik van een zelfrijdende kraan;  

b) in geval van opruiming door een derde, aangesteld door de gemeente:

  • de kostprijs.  

 

Artikel 5  

De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.  

Artikel 6  

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.  

Artikel 7  

De belastingplichtige kan een bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, gemotiveerd en ondertekend zijn en overhandigd of per post of per e-mail verzonden worden. De indiening van het bezwaarschrift moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van de verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verstuurd binnen vijftien kalenderdagen na de indiening ervan.  

Artikel 8 

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot 9 bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. 

Artikel 9 

Dit reglement wordt online bekendgemaakt op de gemeentelijke webtoepassing.