Terug
Gepubliceerd op 18/12/2019

2019_GR_00331 - Belastingen 2020 - 2025 - Belastingreglement op sommige tussenkomsten van de lokale politie - Goedkeuring

Gemeenteraad
ma 16/12/2019 - 20:05 Gemeenteraadszaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vincent Vanhumbeeck, Steven Swiggers, Jozef Verdeyen, Karin Jiroflée, Tom Van der Auwera, Nico Bogaerts, Ilse Fillet, Mark Feyaerts, Dieter Vanbesien, Luc De Bie, Annelotte Van Meldert, Brigitte Mouligneau, Jo Vandesande, Marc Vermylen, Nick Van Avondt, Pascal Vandenhoudt, Tim Timmermans, Veva Daniels, Orpha Delbeke, Luc Van Rillaer

Afwezig

Frank Vannetelbosch, Bert Francois, Bernard Lemaitre, Marian Ursi

Secretaris

Luc Van Rillaer

Voorzitter

Vincent Vanhumbeeck
2019_GR_00331 - Belastingen 2020 - 2025 - Belastingreglement op sommige tussenkomsten van de lokale politie - Goedkeuring 2019_GR_00331 - Belastingen 2020 - 2025 - Belastingreglement op sommige tussenkomsten van de lokale politie - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Om een gemeentebelasting te kunnen heffen, dient er een belastingreglement te worden opgesteld als wettelijke basis. Het belastingreglement op sommige tussenkomsten van de lokale politie dient opnieuw gestemd te worden voor de periode 2020-2025. 

Argumentatie

  • De kosten voor veiligheid en openbare orde behoren tot de verplichte uitgaven van de gemeente en moeten gedekt worden door de algemeenheid van de ontvangsten;

  • De politiediensten moeten frequent tussenkomen in aangelegenheden die eerder het particulier dan het algemeen belang dienen, d.w.z. dat de politie met name herhaaldelijk moet tussenkomen bij het vervoer van personen die geïntoxiceerd zijn of administratief aangehouden; 

  • Tussenkomsten van de politie brengen aanzienlijke kosten met zich mee, zodat het billijk is om deze kosten terug te vorderen; 

  • De politiezone is niet gemachtigd om zelf belastingen vast te stellen, hierdoor moet de belasting vastgesteld worden door de gemeenteraad en verloopt de inning ook via de gemeentelijke administratie;

  • De financiële toestand van de gemeente en de wettelijke verplichting om een financieel evenwicht te handhaven; het verwerven van inkomsten voor de gemeente; belastingen vormen immers een belangrijke bron van inkomsten voor steden en gemeenten. 

 

Juridische grond

  • de Grondwet, meer bepaald artikel 170 §4, artikel 41 en artikel 162;  

  • het decreet Lokaal Bestuur, artikel 40 §3; 

  • het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012; 

  • Artikel 90 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst op twee niveaus voor bepaalde opdrachten van bestuurlijke politiediensten; 

  • Artikel 107 van de Wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid; 

  • Koninklijk Besluit van 27 april 2007 houdende het algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken. 

Besluit

De Gemeenteraad keurt eenparig het volgende besluit goed.

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

Er wordt met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 een contant te betalen belasting op sommige tussenkomsten van de lokale politie geheven. Onder sommige kosten wordt verstaan: kosten voor politie-interventies die eerder het particulier dat het algemeen belang dienen en kosten voor het vervoer van dronken personen en personen die administratief aangehouden zijn. 

Artikel 2 

De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersonen die de tussenkomsten van de lokale politie noodzakelijk maken. In geval het minderjarigen betreft zijn de ouders/voogden de belasting verschuldigd. 

Artikel 3 

Onder “rit” moet worden verstaan: het traject dat wordt afgelegd vanaf het uitrukken van het politievoertuig tot op het ogenblik dat de betrokkene op zijn eindbestemming , door de politie bepaald, is gebracht. 

Artikel 4 

De belasting wordt vastgesteld als volgt: 

  1. Vervoer van dronken personen of van personen die zich in soortgelijke toestand bevinden ten gevolge van het gebruik van verdovende of hallucinatie-verwekkende middelen naar huis, naar een verpleeginstelling of naar het politiekantoor: 100 €. 

  1. Vervoer van bestuurlijk aangehouden personen naar het politiekantoor of naar een andere eindbestemming die naargelang het geval meer aangewezen zou kunnen zijn (thuis, verpleeginstelling, bij de meerderjarige die het ouderlijk gezag of feitelijk toezicht uitoefent, enz.): 100 €. 

Artikel 5 

De belasting wordt ingevorderd door contante betaling na ontvangst van een factuur. Een contante belasting die niet kan worden uitgevoerd, wordt een kohierbelasting en moet betaald worden binnen de 2 maand na toezending van het aanslagbiljet. 

Artikel 6 

De belastingschuldige kan tegen deze belasting een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen.  

Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, gemotiveerd en ondertekend zijn. Het bezwaarschrift kan via een aangetekend schrijven worden ingediend indien het college van burgemeester en schepenen in deze mogelijkheid voorziet.  

Het bezwaarschrift moet, op straffe van verval, worden ingediend binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum van de contante inning van de belasting of, ingeval van een kohierbelasting, binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.  

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verstuurd, binnen vijftien kalenderdagen na de indiening ervan. 

Artikel 7 

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1,3,4,6 tot en met 9 bis, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en artikelen 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dat wetboek van toepassing op de provincie- en gemeentebelastingen, voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen. 

Artikel 8 

Dit reglement wordt online bekendgemaakt op de gemeentelijke webtoepassing.